Afkorting | Element | Omschrijving |
---|---|---|
Rk | Rondkijken | Met zijn ogen om zich heen kijken. |
St | Staan | Het dier blijft op dezelfde plek. |
Zi | Zitten | Op je billen zitten. |
lo | Lopen | Met je voeten vooruit bewegen. |
Sl | Slapen | Ogen dicht en liggen. |
Re | Rennen | Sneller met je voeten vooruit bewegen. |
Ro | Rollen | Op je buik bewegen. |
Spr | Springen | Poten afzetten en omhoog gaan. |
Ho | Hoppen | Met handen en voeten vooruit bewegen. |
Kl | Klimmen | Met gebruik van de poten zichzelf omhoog werken |
Vln | Voelen | Het betasten van iets. |
Pls | Plassen | Urine uitstoten. |
Pp | Poepen | Ontlasting uitstoten. |
Sp | Spelen | Probeert contact te maken met andere dieren of voorwerpen. |
Et | Eten | Neemt voedsel tot zich. |
Lg | Liggen | In een uitgestrekte houding. |
Sli | Slingeren | De aap slingert door de bomen. |
Ga | Gapen | Mond spreiden. |
Kr | Krabben | Met je handen aan je lichaam zitten. |
Maak jouw eigen website met JouwWeb